Javascript closures uitgelegd – deel III
We gaan in dit deel weer verder waren gebleven in het vorige deel. Mocht je de vorige delen nog niet gelezen hebben lees dan eerste het eerste deel en vervolgens het tweede deel door op de links te klikken.
Functies verstoppen in een closure
In het laatste voorbeeld wat we lieten zien stond twee maal dezelfde regel voor het weergeven van de waarde van de counter.
Deze regel kan vervangen worden voor een functie die niet zichtbaar is buiten de closure.
In bovenstaande voorbeeld hebben we een functie met de naam display aangemaakt. Deze fucntie geven we niet terug in het return-statement van de createCounter-functie. Doordat we deze functie niet in het return-statement hebben geplaatst, is deze ook niet aan te roepen buiten de closure.
Probeer de display functie maar eens aan te roepen in je variable die de closure bevat.
Abstracte data types gebruiken
Binnen closures kunnen ook heel eenvoudig abstracte datatypes worden gebruikt. In onderstaande voorbeeld maken we een implementatie van een stack met behulp van closures (wat niet is aan te raden, JavaScript prototypes zullen in dit geval een betere keuze zijn):
Closures en OOP (Object Oriëntated Programming)
Als je gebruik maakt van OOP, dan is het vast opgevallen dat closures veel lijken op classes, objecten, instance variablen en private/public functies.
Een closure is dan ook vergelijkbaar met een classe, gekoppeld aan data met daarbinnen specifieke functies. Je kan dus closures gebruiken, waar je normaal een object zou gebruiken.
Laatste tip
Closures zijn een gave eigenschap en een functionele programmeertaal zoals JavaScript. Ze kunnen van pas komen als je echte “verborgen” velden wilt gebruiken in JavaScript, of als op momenten dat een echte class teveel van het goede is.